Een Uytlegginge van het Geloof. Uyt het Engels vertaelt door Matthias Neef.
€250.00
Orig. perkament, 4o; (18), 710, (9) blz. Komplete verklaring van de 12 artikelen des geloofs. FATY 1 1348. (mist klein stukje perkament aan de bovenzijde van de rug en de eerste 12 blz. iets vochtvlekkig)
Uitgever: Johannes Ribbius - Utrecht 1681
1 in stock
Related products
-

Korenaren uit de volle oogst. Onverkort, geheel opnieuw uit het Engels vertaald door M.A. de Korte.
€17.50 Auteur: Philpot, J.C.
Uitgever: Gebr. Koster - Barneveld 2009Add to cartGebonden, 375 blz.
-

In Uw Licht zien wij het Licht. Een elftal preken.
€6.50 Auteur: Makkenze, Ds. A.
Uitgever: P. Stuut - Rijssen 1968Add to cartGebonden, 233 blz.
1. Met verheuging verlangd – Johannes 8 : 56
2. Aan de zee van Tiberias – Johannes 21 : 1
3. Ziet mij niet aan – Hooglied 1 : 6
4. Der geloovigen rijkdom – 1 Korinthe 3 : 21, 22 en 23
5. Gelukkig gekozen – Ruth 1 : 16
6. Het heil is des Heeren – Jona 2 : 9b
7. Bochim – Richteren 2 : 1 t/m 5
8. Gelooft in den Heere Jezus Christus – Handelingen 16 : 31
9. Meer dan Salomo is hier – Mattheus 12 : 42
10. De gegevenen des Vaders niet uitgeworpen – Johannes 6 : 37
11. Twee boosheden – Jeremia 2 : 12 – 13 -

Verzameling van eenige Oefeningen, (…)
€18.50 Auteur: Vermeer, Justus
Uitgever: Stuut - Rotterdam 1972Add to cartGebonden, 687 blz.
– Het grote voorrecht van Gods keurlingen, in Christus te zijn; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (2 Korinthe 5 : 17)
– De noodige plicht voor een iegelijk, die den naam van Christus noemt; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (2 Timotheus 2 : 19)
– De smartelijke verberging van Gods aangezicht, in deszelfs droevige gevolgen aangetoond; ter voorbereiding voor den bededag (Job 34 : 29)
– Een onderwezene in Gods heiligdom erkent, dat al Gods doen majesteit en heerlijkheid is (…) op de bededag (Hosea 14 : 10)
– Het Godonteerend zondekwaad en de bittere gevolgen onder des Heeren weldaden Hem te verlaten; ter nabetrachting na den bededag (Jeremia 2 : 17)
– De noodzakelijkheid der wedergeboorte, geene stof van verwondering; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (Johannes 3 : 7)
– De kracht, vrijheid en onbegrijpelijkheid van de werkingen des Geestes in de wedergeboorte; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (Johannes 3 : 8)
– Jezus’ tranen over Jeruzalem, benevens het gevaar van Hem en Zijn leer geen recht gebruik te maken; op bededag (Lukas 19 : 41, 42)
– De zondige gesteldheid van Efraïm en Juda, waarom de Heere het vraagsgewijs aan hun eigen oordeel overgeeft, hoe met hen te doen; op bededag (Hosea 6 : 4)
– De geheiligde vrijmoedigheid van een betrachter der waarheid (Johannes 3 : 31)
– Eene bestraffende afrading van de vijandschap tegen God en Zijn werk (Handelingen 13 : 10b)
– De betamelijke, Godverheerlijkende en zielzaligende plichtsverordering van Gods bondvolk (1 Thessalonicenzen 5 : 18)
– Het voornemen des geloovigen, om onder den Goddelijken bijstand in de heiligmaking vorderingen te maken (Psalm 119 : 32)
– De groote heilbelofte Gods aan Zijn ellendig volk, van hen te zullen genezen (Jeremia 33 : 6a)
– Het heerlijke goed, dat de getrouwe Jehova belooft aan Zijn bondsvolk te zullen geven (Jeremia 33 : 6b)
– De verlossing en herstelling van Juda en Israël; een beeld der geestelijke bevrijding (Jeremia 33 : 7)
Gods volk in de schuilplaats des Allerhoogsten; ter voorbereiding voor den bededag (Deuteronomium 33 : 27a)
– De Heere, de Ondersteuner van Zijn volk, en Verdelger van Zijne vijanden; op bededag (Deuteronomium 33 : 27b)
– Het middel ten eeuwigen leven moeielijk en weinig gezocht (Mattheus 7 : 14)
– De hoorders en daders des Woords onderscheiden; ter voorbereiding voor den bededag (Mattheus 7 : 24a en 26a)
– Het groote verschil tusschen een wijzen en dwazen bouwer in het stuk van zaligheid; op eenen bededag (Mattheus 7 : 24b, 25, 26b, 27)
– De zorgelooze gesteldheid van de eerste wereld (…); op eenen bededag (Mattheus 24 : 37 – 41)
– De noodzakelijkheid van het zelfonderzoek, ter voorkoming van den toorn des Heeren; op een bededag (Zefanja 2 : 1, 2)
– De dierbare beloften aan geestelijk vermoeiden en treurigen; ter nabetrachting van het H. Avondmaal (Jeremia 31 : 25)
– De groote Hoogepriester Jezus, Zijne onafslaanbare bede tot Zijnen Vader, ter bewaring der Zijnen (Johannes 17 : 15)
– De zorgelooze toestand van Jezus’ discipelen, in een gevaarlijken tijd; ter voorbereiding van den bededag (Markus 14 : 40)
– De discipelen van Jezus, na Zijn herhaald bidden uit hunne zorgeloosheid nadrukkelijk wakker gemaakt; op een bededag (Mattheus 26 : 44 – 46)
– Het nauwelijks zalig worden ter rechtvaardigen, ten schrik der goddeloozen en zondaren; op eenen bededag (1 Petrus 4 : 18)
– Over het genadeverbond, en deszelfs inwilliging
– Over de natuur en grootheid der zonde
– Over de bijzondere en algemeene geestelijke ziekte; op eenen bededag















