Om Zijns groten naams wil. Tien predikaties.
€20.00
Gebonden, 122 blz.
1. Een troostvolle boodschap dat Jozef leeft (Genesis 45 : 26a)
2. De geloofsverwachting op de verlossing (Psalm 130 : 5-7)
3. Het beloofde deel aan David gedaan (Psalm 132 : 17-18)
4. De aankondiging van de grote doorbreker (Micha 2 : 13)
5. Jozua, de hogepriester, staande in het oordeel voor de Engel des Heeren (Zacharia 3 : 1-5)
6. De blijdschap van de kamerling (Handelingen 8 : 39)
7. De volkomen Offerande van Christus (Hebreeën 5 : 7-9)
8. De soevereiniteit in het zalig worden (1 Petrus 4 : 18)
9. Het lied der verlosten beluisterd (Openbaring 5 : 9-10)
10. De heerlijkheid van de Kerk in haar toekomst (Openbaring 22 : 3)
ISBN: 9789055510580
Uitgever: Gebr. Koster - Barneveld 1996
1 in stock
Related products
-

…tot Mijn gedachtenis! Ten dis geleid. Antwoorden op vragen over de Avondmaalsdeelname en meditatieve bijdragen rondom de Avondmaalsviering.
€15.00 Auteur: Jongste, Ds. C. de
Uitgever: Gebr. Koster - Barneveld 2006Add to cartGebonden, 199 blz.
Een boek over een belangrijk thema in de christelijke gemeente: het Sacrament van het Heilig Avondmaal. Het behandelt vragen over Avondmaalsdeelname, geschreven door ds. C. de Jongste, predikant van de Gereformeerde Gemeente van Tholen. Daarnaast biedt het boek een 40-tal meditatieve bijdragen in de vorm van gedichten en dagboekstukjes rond de Avondmaalsviering, van de hand van evenzovele auteurs.
Het eerste deel – getiteld “Zonder bruiloftskleed ten Avondmaal?” – bevat een eenvoudig pastoraal – theologische handreiking op deze kernvraag. En daar in het Avondmaal als geestelijk bruiloftsmaal de tere gemeenschap bloeit tussen de Bruidegom en Zijn Bruidsgemeente, worden er ook overwegingen gegeven bij vragen als: Hoe leren zij elkaar kennen?, en: Hoe ontmoeten zij elkaar aan de dis des verbonds?
Het tweede deel – getiteld “Voorbereiding, bediening en nabetrachting” – omvat vier series meditatieve bijdragen voor terugkerend, persoonlijk gebruik rondom een driemaandelijkse Avondmaalsviering. Iedere serie omvat een gedicht en negen meditaties. Twee series zijn samengesteld uit Avondmaalsliteratuur van onze ‘oude schrijvers’ uit de periode 1600-1800. De beide andere series zijn van de hand van predikanten van de (Ledeboeriaanse) Gereformeerde Gemeenten (onder het kruis) vanaf de 19e eeuw tot heden. -

Leven en werk van ds. J.D. Barth. Levensschets en vier preken.
€6.50 Auteur: Mastenbroek, J.
Uitgever: Den Hertog - Houten 2002Add to cartGebonden, 174 blz.
Levensschets.
1. Des HEEREN gunstrijke tegenwoordigheid bij Zijn volk (Jesaja 57 : 15)
2. De vrijmoedige toegang tot de troon der genade (Hebreeën 4 : 16)
3. De toekomende geluksstaat van Sion (1 Johannes 3 : 2)
4. Daniël in zijn bidvertrek (Daniël 6 : 11) -

Verzameling van eenige Oefeningen, (…)
€18.50 Auteur: Vermeer, Justus
Uitgever: Stuut - Rotterdam 1972Add to cartGebonden, 687 blz.
– Het grote voorrecht van Gods keurlingen, in Christus te zijn; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (2 Korinthe 5 : 17)
– De noodige plicht voor een iegelijk, die den naam van Christus noemt; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (2 Timotheus 2 : 19)
– De smartelijke verberging van Gods aangezicht, in deszelfs droevige gevolgen aangetoond; ter voorbereiding voor den bededag (Job 34 : 29)
– Een onderwezene in Gods heiligdom erkent, dat al Gods doen majesteit en heerlijkheid is (…) op de bededag (Hosea 14 : 10)
– Het Godonteerend zondekwaad en de bittere gevolgen onder des Heeren weldaden Hem te verlaten; ter nabetrachting na den bededag (Jeremia 2 : 17)
– De noodzakelijkheid der wedergeboorte, geene stof van verwondering; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (Johannes 3 : 7)
– De kracht, vrijheid en onbegrijpelijkheid van de werkingen des Geestes in de wedergeboorte; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (Johannes 3 : 8)
– Jezus’ tranen over Jeruzalem, benevens het gevaar van Hem en Zijn leer geen recht gebruik te maken; op bededag (Lukas 19 : 41, 42)
– De zondige gesteldheid van Efraïm en Juda, waarom de Heere het vraagsgewijs aan hun eigen oordeel overgeeft, hoe met hen te doen; op bededag (Hosea 6 : 4)
– De geheiligde vrijmoedigheid van een betrachter der waarheid (Johannes 3 : 31)
– Eene bestraffende afrading van de vijandschap tegen God en Zijn werk (Handelingen 13 : 10b)
– De betamelijke, Godverheerlijkende en zielzaligende plichtsverordering van Gods bondvolk (1 Thessalonicenzen 5 : 18)
– Het voornemen des geloovigen, om onder den Goddelijken bijstand in de heiligmaking vorderingen te maken (Psalm 119 : 32)
– De groote heilbelofte Gods aan Zijn ellendig volk, van hen te zullen genezen (Jeremia 33 : 6a)
– Het heerlijke goed, dat de getrouwe Jehova belooft aan Zijn bondsvolk te zullen geven (Jeremia 33 : 6b)
– De verlossing en herstelling van Juda en Israël; een beeld der geestelijke bevrijding (Jeremia 33 : 7)
Gods volk in de schuilplaats des Allerhoogsten; ter voorbereiding voor den bededag (Deuteronomium 33 : 27a)
– De Heere, de Ondersteuner van Zijn volk, en Verdelger van Zijne vijanden; op bededag (Deuteronomium 33 : 27b)
– Het middel ten eeuwigen leven moeielijk en weinig gezocht (Mattheus 7 : 14)
– De hoorders en daders des Woords onderscheiden; ter voorbereiding voor den bededag (Mattheus 7 : 24a en 26a)
– Het groote verschil tusschen een wijzen en dwazen bouwer in het stuk van zaligheid; op eenen bededag (Mattheus 7 : 24b, 25, 26b, 27)
– De zorgelooze gesteldheid van de eerste wereld (…); op eenen bededag (Mattheus 24 : 37 – 41)
– De noodzakelijkheid van het zelfonderzoek, ter voorkoming van den toorn des Heeren; op een bededag (Zefanja 2 : 1, 2)
– De dierbare beloften aan geestelijk vermoeiden en treurigen; ter nabetrachting van het H. Avondmaal (Jeremia 31 : 25)
– De groote Hoogepriester Jezus, Zijne onafslaanbare bede tot Zijnen Vader, ter bewaring der Zijnen (Johannes 17 : 15)
– De zorgelooze toestand van Jezus’ discipelen, in een gevaarlijken tijd; ter voorbereiding van den bededag (Markus 14 : 40)
– De discipelen van Jezus, na Zijn herhaald bidden uit hunne zorgeloosheid nadrukkelijk wakker gemaakt; op een bededag (Mattheus 26 : 44 – 46)
– Het nauwelijks zalig worden ter rechtvaardigen, ten schrik der goddeloozen en zondaren; op eenen bededag (1 Petrus 4 : 18)
– Over het genadeverbond, en deszelfs inwilliging
– Over de natuur en grootheid der zonde
– Over de bijzondere en algemeene geestelijke ziekte; op eenen bededag

