Streeksieraden in Zeeland. Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint-Philipsland, Noord-Beveland, Walcheren.
€15.00
Gebonden, 104 blz. (verkleuring aan de rug)
ISBN: 9789072138835
Uitgever: De Koperen Tuin - Goes 1998
1 in stock
Related products
-

Leven en sterven met Christus
€20.00 Auteur: Winslow, Mary
Uitgever: De Groot Goudriaan - Kampen 1999Add to cartHardcover, 309 blz.
Dit boek is het vervolg op het met veel enthousiasme ontvangen Leven met Christus (vierde druk in 1998). Met verschijnen van Leven en sterven met Christus zijn de herinneringen, dagboekenaantekeningen en brieven van Mary Winslow compleet leverbaar. Mary Winslow heeft een veelbewogen leven gekend. Niet lang nadat zij en haar tien kinderen naar New York waren geëmigreerd, verloor zij haar jongste dochtertje. Nog voor de baby ter aarde was besteld, kreeg Mary te geloven dat haar man nooit meer thuis zou komen. Pas aangekomen in een wildvreemd land was zij als weduwe alleen verantwoordelijk voor de opvoeding van haar negen kinderen. Bovendien werd zij getroffen door wanhoop en vertwijfeling. Niettemin bevrijdde de Heere haar van al haar angst en vrees en nam Hij de duisternis waarin zij verkeerde weg. Hij schonk haar grote vreugde door al haar kinderen te bekeren en vervulde daarmee Zijn belofte dat haar gezin in de hemel onverdeeld zou zijn. Drie zonen werden predikant en een van hen, Octavius, werd een bekend en vruchtbaar schrijver. Hij was het die het leven van zijn moeder boekstaafde door haar brieven te publiceren en van commentaar te voorzien.
Deze uitgave is in het Nederlands vertaald en voorzien van een historische toelichting door W. van der Zwaag. -

Ons Troostboek. Verklaring van de Heidelbergse Catechismus in 52 preken. Tweede druk.
€45.00 Auteur: Moerkerken, Ds. A.
Uitgever: Den Hertog - Houten 2005Add to cartGebonden, 727 blz.
-

Verzameling van eenige Oefeningen, (…)
€18.50 Auteur: Vermeer, Justus
Uitgever: Stuut - Rotterdam 1972Add to cartGebonden, 687 blz.
– Het grote voorrecht van Gods keurlingen, in Christus te zijn; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (2 Korinthe 5 : 17)
– De noodige plicht voor een iegelijk, die den naam van Christus noemt; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (2 Timotheus 2 : 19)
– De smartelijke verberging van Gods aangezicht, in deszelfs droevige gevolgen aangetoond; ter voorbereiding voor den bededag (Job 34 : 29)
– Een onderwezene in Gods heiligdom erkent, dat al Gods doen majesteit en heerlijkheid is (…) op de bededag (Hosea 14 : 10)
– Het Godonteerend zondekwaad en de bittere gevolgen onder des Heeren weldaden Hem te verlaten; ter nabetrachting na den bededag (Jeremia 2 : 17)
– De noodzakelijkheid der wedergeboorte, geene stof van verwondering; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (Johannes 3 : 7)
– De kracht, vrijheid en onbegrijpelijkheid van de werkingen des Geestes in de wedergeboorte; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (Johannes 3 : 8)
– Jezus’ tranen over Jeruzalem, benevens het gevaar van Hem en Zijn leer geen recht gebruik te maken; op bededag (Lukas 19 : 41, 42)
– De zondige gesteldheid van Efraïm en Juda, waarom de Heere het vraagsgewijs aan hun eigen oordeel overgeeft, hoe met hen te doen; op bededag (Hosea 6 : 4)
– De geheiligde vrijmoedigheid van een betrachter der waarheid (Johannes 3 : 31)
– Eene bestraffende afrading van de vijandschap tegen God en Zijn werk (Handelingen 13 : 10b)
– De betamelijke, Godverheerlijkende en zielzaligende plichtsverordering van Gods bondvolk (1 Thessalonicenzen 5 : 18)
– Het voornemen des geloovigen, om onder den Goddelijken bijstand in de heiligmaking vorderingen te maken (Psalm 119 : 32)
– De groote heilbelofte Gods aan Zijn ellendig volk, van hen te zullen genezen (Jeremia 33 : 6a)
– Het heerlijke goed, dat de getrouwe Jehova belooft aan Zijn bondsvolk te zullen geven (Jeremia 33 : 6b)
– De verlossing en herstelling van Juda en Israël; een beeld der geestelijke bevrijding (Jeremia 33 : 7)
Gods volk in de schuilplaats des Allerhoogsten; ter voorbereiding voor den bededag (Deuteronomium 33 : 27a)
– De Heere, de Ondersteuner van Zijn volk, en Verdelger van Zijne vijanden; op bededag (Deuteronomium 33 : 27b)
– Het middel ten eeuwigen leven moeielijk en weinig gezocht (Mattheus 7 : 14)
– De hoorders en daders des Woords onderscheiden; ter voorbereiding voor den bededag (Mattheus 7 : 24a en 26a)
– Het groote verschil tusschen een wijzen en dwazen bouwer in het stuk van zaligheid; op eenen bededag (Mattheus 7 : 24b, 25, 26b, 27)
– De zorgelooze gesteldheid van de eerste wereld (…); op eenen bededag (Mattheus 24 : 37 – 41)
– De noodzakelijkheid van het zelfonderzoek, ter voorkoming van den toorn des Heeren; op een bededag (Zefanja 2 : 1, 2)
– De dierbare beloften aan geestelijk vermoeiden en treurigen; ter nabetrachting van het H. Avondmaal (Jeremia 31 : 25)
– De groote Hoogepriester Jezus, Zijne onafslaanbare bede tot Zijnen Vader, ter bewaring der Zijnen (Johannes 17 : 15)
– De zorgelooze toestand van Jezus’ discipelen, in een gevaarlijken tijd; ter voorbereiding van den bededag (Markus 14 : 40)
– De discipelen van Jezus, na Zijn herhaald bidden uit hunne zorgeloosheid nadrukkelijk wakker gemaakt; op een bededag (Mattheus 26 : 44 – 46)
– Het nauwelijks zalig worden ter rechtvaardigen, ten schrik der goddeloozen en zondaren; op eenen bededag (1 Petrus 4 : 18)
– Over het genadeverbond, en deszelfs inwilliging
– Over de natuur en grootheid der zonde
– Over de bijzondere en algemeene geestelijke ziekte; op eenen bededag

