Romeinse Oudheden in het Engels beschreven, door Thomas Goodwyn; vertaald door Daniel Peenius. Op nieuws oversien ,vervolgt en voor het grootste gedeelte vermeerdert: door A. v. Poot. M. D.
€125.00
Orig. leer met ribbels en rugtitel, 8o; (16), 688, (66) blz. (leer op de knepen wat teer en aan de voorkant wat gescheurd; de nummering vanaf blz. 544 begint bij blz. 547; mist geen tekst!)
Uitgever: Hendrik Boom en de Weduwe van Dirk Boom - Amsterdam 1694
1 in stock
Related products
-

Het Boek der Openbaring. Verhandeling over de Openbaring van Johannes in een samenspraak tussen hopende en uitziende.
€15.00 Auteur: Mallan, Ds. F.
Uitgever: Mouthaan & Van den Berg - H.I. Ambacht 1976Add to cartGebonden, 435 / 435 blz.
-

Schriftmatige Verklaring over het Borgtogtelijk en Zaligmakend Lijden, den Kruisdood en de Begrafenis van den Heere Jesus Christus (…)
€100.00 Auteur: Antonides, Meinardus
Uitgever: J. van Golverdinge - 's Gravenhage 1863Add to cartOpn. gebonden, halfleer met ribbels en rugtitel, 4°; (24), 631, (1) blz.
-

Verzameling van eenige Oefeningen, (…)
€18.50 Auteur: Vermeer, Justus
Uitgever: Stuut - Rotterdam 1972Add to cartGebonden, 687 blz.
– Het grote voorrecht van Gods keurlingen, in Christus te zijn; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (2 Korinthe 5 : 17)
– De noodige plicht voor een iegelijk, die den naam van Christus noemt; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (2 Timotheus 2 : 19)
– De smartelijke verberging van Gods aangezicht, in deszelfs droevige gevolgen aangetoond; ter voorbereiding voor den bededag (Job 34 : 29)
– Een onderwezene in Gods heiligdom erkent, dat al Gods doen majesteit en heerlijkheid is (…) op de bededag (Hosea 14 : 10)
– Het Godonteerend zondekwaad en de bittere gevolgen onder des Heeren weldaden Hem te verlaten; ter nabetrachting na den bededag (Jeremia 2 : 17)
– De noodzakelijkheid der wedergeboorte, geene stof van verwondering; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (Johannes 3 : 7)
– De kracht, vrijheid en onbegrijpelijkheid van de werkingen des Geestes in de wedergeboorte; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (Johannes 3 : 8)
– Jezus’ tranen over Jeruzalem, benevens het gevaar van Hem en Zijn leer geen recht gebruik te maken; op bededag (Lukas 19 : 41, 42)
– De zondige gesteldheid van Efraïm en Juda, waarom de Heere het vraagsgewijs aan hun eigen oordeel overgeeft, hoe met hen te doen; op bededag (Hosea 6 : 4)
– De geheiligde vrijmoedigheid van een betrachter der waarheid (Johannes 3 : 31)
– Eene bestraffende afrading van de vijandschap tegen God en Zijn werk (Handelingen 13 : 10b)
– De betamelijke, Godverheerlijkende en zielzaligende plichtsverordering van Gods bondvolk (1 Thessalonicenzen 5 : 18)
– Het voornemen des geloovigen, om onder den Goddelijken bijstand in de heiligmaking vorderingen te maken (Psalm 119 : 32)
– De groote heilbelofte Gods aan Zijn ellendig volk, van hen te zullen genezen (Jeremia 33 : 6a)
– Het heerlijke goed, dat de getrouwe Jehova belooft aan Zijn bondsvolk te zullen geven (Jeremia 33 : 6b)
– De verlossing en herstelling van Juda en Israël; een beeld der geestelijke bevrijding (Jeremia 33 : 7)
Gods volk in de schuilplaats des Allerhoogsten; ter voorbereiding voor den bededag (Deuteronomium 33 : 27a)
– De Heere, de Ondersteuner van Zijn volk, en Verdelger van Zijne vijanden; op bededag (Deuteronomium 33 : 27b)
– Het middel ten eeuwigen leven moeielijk en weinig gezocht (Mattheus 7 : 14)
– De hoorders en daders des Woords onderscheiden; ter voorbereiding voor den bededag (Mattheus 7 : 24a en 26a)
– Het groote verschil tusschen een wijzen en dwazen bouwer in het stuk van zaligheid; op eenen bededag (Mattheus 7 : 24b, 25, 26b, 27)
– De zorgelooze gesteldheid van de eerste wereld (…); op eenen bededag (Mattheus 24 : 37 – 41)
– De noodzakelijkheid van het zelfonderzoek, ter voorkoming van den toorn des Heeren; op een bededag (Zefanja 2 : 1, 2)
– De dierbare beloften aan geestelijk vermoeiden en treurigen; ter nabetrachting van het H. Avondmaal (Jeremia 31 : 25)
– De groote Hoogepriester Jezus, Zijne onafslaanbare bede tot Zijnen Vader, ter bewaring der Zijnen (Johannes 17 : 15)
– De zorgelooze toestand van Jezus’ discipelen, in een gevaarlijken tijd; ter voorbereiding van den bededag (Markus 14 : 40)
– De discipelen van Jezus, na Zijn herhaald bidden uit hunne zorgeloosheid nadrukkelijk wakker gemaakt; op een bededag (Mattheus 26 : 44 – 46)
– Het nauwelijks zalig worden ter rechtvaardigen, ten schrik der goddeloozen en zondaren; op eenen bededag (1 Petrus 4 : 18)
– Over het genadeverbond, en deszelfs inwilliging
– Over de natuur en grootheid der zonde
– Over de bijzondere en algemeene geestelijke ziekte; op eenen bededag






