View cart “In Uw Licht zien wij het Licht. Een elftal preken.” has been added to your cart.
Zoeken / filter
Assortiment
- Afgeprijsde nieuwe boeken
- Avondmaal / Doop / Belijdenis
- Bijbel (commentaren)
- Bijbelstudie
- Bladmuziek 2e hands
- Boeken over boeken
- Brochures
- Catechismus (verklaringen)
- Cd's
- Dagboeken / meditaties
- Dissertaties
- Duitstalig
- Engelstalig
- Ethiek, opvoeding, pastoraat e.d.
- Franstalig
- Gedichten
- Geschiedenis
- Israël
- Kaarten condoleantie - Met oprechte deelneming
- Kerkgeschiedenis
- Kerkorde
- Kinder-, jeugd- en leesboeken
- Levensbeschrijvingen
- Literatuur
- Nieuwe aanwinsten
- Nieuwe boeken (kinder- jeugd- en leesboeken)
- Nieuwe boeken (theologie)
- Nieuwe boeken (varia)
- Oude en zeldzame boeken
- Preken
- Psalmboeken (Datheen)
- Theologie
- Uncategorized
- Varia
- Zeeland

Verklaring van de Bijbel. Leerredenen over I Samuel. Deel 1 en 2.
€20.00
Gebonden en geplastificeerd, 826 / 759 blz.
Uitgever: De Groot - Goudriaan 1979
Out of stock
Related products
De rijkdom van Gods genade. Achttal predikaties.
€6.50 Auteur: Lamain, Ds. W.C.Uitgever: De Banier - Utrecht 1949
Gebonden, 160 blz.
– Mozes’ gebed om de Heilige Geest (Num. 11 : 29b)
– Een welgelukzalig volk (Psalm 114 : 15)
– Een hart innemende uitspraak van de hemelse Bruidegom tot Zijn teruggetrokken en verlegen Bruid (Hoogl. 2 : 14)
– Een evangelie uit de mond van Farizeeërs en Schriftgeleerden (Luc. 15 : 2)
– Hemels onderwijs (Joh. 12 : 15)
– Een troostvolle verzekering van de scheidende Christus aan Zijn achterblijvende discipelen (Joh. 12 : 26b)
– Een Apostolische vermaning (1 Thess. 5 : 19)
– Een vreselijke bidstond aan de vooravond van het grote Godsgericht (Openb. 6 : 15-17)
De Keten der Bybelsche God-Geleertheyt, Soo die in haar draat en samen-hang aan een geschakelt, alle gront-stukken der Christelijke Gods-dienst vervat, En te gelijck de Wegen en menigvuldige Wijsheit Gods; soo inde Bedeeling der Tijden, Beloften, Schaduwen, Voorseggingen, als in de Vervullinge der selve in en omtrent sijn Kerke, tot op de komste van Christus den Messias, vertoont. (14), 442, (28) blz. SGT P1. Waarbij: Keten der Bybelsche Godgeleertheid, Tweede deel. Soo die in haar draat en samen-hang aan een geschakelt, alle de Vervullingen der Beloften, Schaduwen, en Voorseggingen onder het Nieuwe Testament, of dagen van het Euangelium vertoond. Handelende van de Messias en sijn Kerke; en op hoedanigen wijse die sederd zijn Hemelvaard tot aan het eynde der Weereld in Seven Tijden soude ver-gaderd en dan verheerlijkt werden. Beknoptelijk Samen gestelt door Fredericus van Leenhof. Wilhelmus Goeree – Amsterdam 1682. 8o; (16), 152, (12) blz. Niet in de SGT; NCC geeft 2 locaties voor beide delen samen).
€75.00 Auteur: Leenhof, Fredericus vanUitgever: Wilhelmus Goeree - Middelburg 1678 / Amsterdam 1682
Opn. gebonden in half-leren band met ribben en titelschildje, 8o. (op het eind van het eerste en het begin van het tweede deel, voornml. in de marge, oude vocht-vlekken; tevens blz. 391 en 392 in duidelijke kopie op oud papier)
Verzameling van eenige Oefeningen, (…)
€18.50 Auteur: Vermeer, JustusUitgever: Stuut - Rotterdam 1972
Gebonden, 687 blz.
– Het grote voorrecht van Gods keurlingen, in Christus te zijn; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (2 Korinthe 5 : 17)
– De noodige plicht voor een iegelijk, die den naam van Christus noemt; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (2 Timotheus 2 : 19)
– De smartelijke verberging van Gods aangezicht, in deszelfs droevige gevolgen aangetoond; ter voorbereiding voor den bededag (Job 34 : 29)
– Een onderwezene in Gods heiligdom erkent, dat al Gods doen majesteit en heerlijkheid is (…) op de bededag (Hosea 14 : 10)
– Het Godonteerend zondekwaad en de bittere gevolgen onder des Heeren weldaden Hem te verlaten; ter nabetrachting na den bededag (Jeremia 2 : 17)
– De noodzakelijkheid der wedergeboorte, geene stof van verwondering; ter voorbereiding voor het H. Avondmaal (Johannes 3 : 7)
– De kracht, vrijheid en onbegrijpelijkheid van de werkingen des Geestes in de wedergeboorte; ter nabetrachting na het H. Avondmaal (Johannes 3 : 8)
– Jezus’ tranen over Jeruzalem, benevens het gevaar van Hem en Zijn leer geen recht gebruik te maken; op bededag (Lukas 19 : 41, 42)
– De zondige gesteldheid van Efraïm en Juda, waarom de Heere het vraagsgewijs aan hun eigen oordeel overgeeft, hoe met hen te doen; op bededag (Hosea 6 : 4)
– De geheiligde vrijmoedigheid van een betrachter der waarheid (Johannes 3 : 31)
– Eene bestraffende afrading van de vijandschap tegen God en Zijn werk (Handelingen 13 : 10b)
– De betamelijke, Godverheerlijkende en zielzaligende plichtsverordering van Gods bondvolk (1 Thessalonicenzen 5 : 18)
– Het voornemen des geloovigen, om onder den Goddelijken bijstand in de heiligmaking vorderingen te maken (Psalm 119 : 32)
– De groote heilbelofte Gods aan Zijn ellendig volk, van hen te zullen genezen (Jeremia 33 : 6a)
– Het heerlijke goed, dat de getrouwe Jehova belooft aan Zijn bondsvolk te zullen geven (Jeremia 33 : 6b)
– De verlossing en herstelling van Juda en Israël; een beeld der geestelijke bevrijding (Jeremia 33 : 7)
Gods volk in de schuilplaats des Allerhoogsten; ter voorbereiding voor den bededag (Deuteronomium 33 : 27a)
– De Heere, de Ondersteuner van Zijn volk, en Verdelger van Zijne vijanden; op bededag (Deuteronomium 33 : 27b)
– Het middel ten eeuwigen leven moeielijk en weinig gezocht (Mattheus 7 : 14)
– De hoorders en daders des Woords onderscheiden; ter voorbereiding voor den bededag (Mattheus 7 : 24a en 26a)
– Het groote verschil tusschen een wijzen en dwazen bouwer in het stuk van zaligheid; op eenen bededag (Mattheus 7 : 24b, 25, 26b, 27)
– De zorgelooze gesteldheid van de eerste wereld (…); op eenen bededag (Mattheus 24 : 37 – 41)
– De noodzakelijkheid van het zelfonderzoek, ter voorkoming van den toorn des Heeren; op een bededag (Zefanja 2 : 1, 2)
– De dierbare beloften aan geestelijk vermoeiden en treurigen; ter nabetrachting van het H. Avondmaal (Jeremia 31 : 25)
– De groote Hoogepriester Jezus, Zijne onafslaanbare bede tot Zijnen Vader, ter bewaring der Zijnen (Johannes 17 : 15)
– De zorgelooze toestand van Jezus’ discipelen, in een gevaarlijken tijd; ter voorbereiding van den bededag (Markus 14 : 40)
– De discipelen van Jezus, na Zijn herhaald bidden uit hunne zorgeloosheid nadrukkelijk wakker gemaakt; op een bededag (Mattheus 26 : 44 – 46)
– Het nauwelijks zalig worden ter rechtvaardigen, ten schrik der goddeloozen en zondaren; op eenen bededag (1 Petrus 4 : 18)
– Over het genadeverbond, en deszelfs inwilliging
– Over de natuur en grootheid der zonde
– Over de bijzondere en algemeene geestelijke ziekte; op eenen bededag